Stel je eens voor dat fouten maken mag.

Stel het je eens voor.

Dat jij mag schrijven zonder je in te houden. Zonder jezelf te beperken omdat je moeder, partner of zus jouw tekst misschien zal lezen. Zonder jezelf bij voorbaat al te stoppen omdat je je eigen stijl nog niet kent.

Stel je voor dat jij jezelf toestemming geeft om een écht slechte tekst te schrijven.
Om te schrijven in een stijl die je kopieerde van een ander.
Om een tekst te schrijven waar je niet eens achter staat.

Stel je voor dat dat mag.

Want het mag. Echt.

Schrijven is een creatief proces. Je mag de woorden laten komen zoals ze komen. Je hoeft niet op je qui vive te zijn terwijl je pen nog maar net aan het opwarmen is. Je mag ontspannen.

Want dit is de clou: tijdens het schrijven leest niemand mee. Geen kat. En geen moeder, partner of zus.

Als jij te hard je best doet om meteen een goeie tekst te schrijven, of een tekst die sociaal aanvaardbaar is, ga je heel wat prachtige zinnen niet opschrijven. Dan doe je jezelf en je tekst tekort.

Schrijven is enkel dat: schrijven. Publiceren komt later.

En tussen het schrijven en het publiceren mag jij nog helemaal losgaan in het redactiewerk. Mag je je woorden nalezen met jouw persoonlijke criteria in het achterhoofd. Zou mijn moeder deze tekst goedkeuren?, bijvoorbeeld. Of: toont deze tekst écht wie ik ben?

Wat dan ook.

Stel, dus, dat jij van jezelf een ontzettend imperfecte tekst zou mogen schrijven.
Wat zou dan kunnen ontstaan?

Dit is de vierde blog van een reeks over hoe we onze creativiteit kunnen ontginnen in tijden van coronavirus. Eerder verschenen al De vraag, Wat raakt jou? en Play time.