Schrijf met je lijf: vier tips voor meer schrijfplezier

Ik ben een denker.
Dat ben ik altijd al geweest.

Denken is een positieve kracht mijn leven. Ik heb er mijn doctoraatsdiploma aan te danken, bijvoorbeeld. De gretigheid om mezelf te blijven bijscholen over creativiteit, schrijfprocessen en taal.

Zoals in elke positieve kracht, schuilt er ook een valkuil in mijn denken. Wanneer ik onder druk sta, wordt het denken piekeren en ziet mijn innerlijke criticus een mooie kans om zich te tonen. En dat is helemaal niet zo prettig.

“Jij moet gewoon wat minder denken,” krijg ik dan wel eens als goedbedoelde reactie.

Maar zo werkt het niet. Met die tip kan ik weinig. Want het is geen kwestie van het denken wegduwen. Dat werkt een beetje zoals een pingpongballetje dat je onder water probeert te houden (do try this at home): hoeveel kracht je ook gebruikt, het pingpongballetje vindt sowieso zijn weg weer naar boven.

Net zo gaat het met gedachten.

Wat mij wel helpt, is aandacht schenken aan mijn lichaam. Luisteren naar wat het vertelt. Mild ontdekken wat er speelt, daarbinnen. Zodat ik niet alleen denk, maar ook voel. Die twee samen, da’s magie. En tegelijk is het moeilijk, want probeer maar eens dat lichaam binnen te dringen wanneer je hoofd de regie in handen heeft genomen.

Ratio en gevoel in balans

Als er één ding is dat ik heb geleerd in de twee jaar dat ik als schrijfcoach werk, dan is het dit: dat er out there heel wat schrijvers en schrijvende solo-ondernemers zijn die net als ik veel denken.

Eigenlijk is dat niet eens zo verrassend: je hoofd is een geweldig hulpmiddel bij het schrijven. Structuur, verzorgde taal, oplettendheid in je redactiefase zijn maar drie voorbeelden waarin je hoofd een mooie rol te spelen heeft.

Het is jammer dat we ons lichaam ondertussen maar een bijrolletje toebedelen. Ook je lijf verdient een prominente plek op jouw schrijfpodium. Luisteren naar wat er daarbinnen speelt, kan het verschil maken tussen schrijfblokkade en schrijfplezier. Tussen vastzitten en stromen.

Het klinkt misschien vanzelfsprekend als ik je zeg dat bewegen belangrijk is, dat schrijven met de hand jou andere ideeën kan geven en dat je moet drinken zodra je dorst voelt. Dat je gezonde aandacht mag schenken aan verdriet of angst. En toch onderschatten nog veel schrijvers het belang ervan.

Ook ik heb dat moeten leren. Met vallen en opstaan en soms weer een beetje vallen. 😉

Hieronder deel ik met jou vier hele persoonlijke tips om van teveel hoofd te gaan naar een samenwerking tussen hoofd en lichaam. Ik hoop dat ze je kunnen inspireren om er zelf mee aan de slag te gaan.

Kies één tip uit. Test hem uit als experiment en evalueer of de tip iets voor jou kan zijn. Probeer het dan nog eens, of test iets anders uit. Hou de drempel laag. Onderzoek wat het doet met jouw schrijven, jouw inspiratie, jouw relatie met je innerlijke criticus.

Oké? Hier gaan we.

Tip één: volg lichaamsgerichte therapie

Eh – wat? Therapie?

Jazeker. Het is niet voor iedereen nodig, maar voor notoire piekeraars kan het een flinke verandering teweegbrengen. Zelf kreeg ik vroeger zelden complimentjes over de rust die ik uitstraal. Dat is wel veranderd.

Lichaamsgerichte therapie is wat de naam zegt: therapie waarbij je eerder je lichaam gebruikt dan je hoofd, je denken. Het helpt bijvoorbeeld bij trauma zeer goed. En het is een gewéldig hulpmiddel voor mensen als ik die met hun sterke hoofd zowat elke gesprekstherapeut schaakmat kunnen zetten. 😉

Het doel is om gevoelens en herinneringen die vastzitten in beweging te krijgen. Met je lijf. Zonder ellenlange gesprekken.

Lichaamsgerichte therapie vind je in alle vormen en maten. Creatieve therapie, EMDR, danstherapie, dramatherapie, muziektherapie… You name it.

Zelf volgde ik een viertal jaar geleden creatieve therapie en EMDR. Zoals ik elders ook al vertelde, herstelde ik op dat moment van een postpartumdepressie na de geboorte van mijn derde zoon. Beide vormen hielpen me enorm.

Het prachtige aan EMDR-therapie bijvoorbeeld is dat het niet gaat om graven in je herinneringen: het gaat om waarnemen, om voelen wat er is en dat laten gebeuren. Je springt van gevoel naar associatie, van gedachte naar lijfelijke sensatie. Je bent je eigen toeschouwer.

“EMDR is de ultieme mindfulness,” zei mijn therapeute daarom eens. Dat zou kunnen kloppen. Mij heeft het alvast ontzettend veel rust gebracht.

(PS en tussen haakjes – voor wie schroom voelt bij de gedachte aan therapie. Dat taboe op psychotherapie, dat is allang op de schop ondertussen. 😉 Toch?)

Tip twee: wandel

Wandelen is misschien wel de EMDR voor doe-het-zelvers. Want net zoals bij EMDR gebruik je afwisselend de linker- en de rechterkant van je lichaam: je benen doen het voor je.

Wandelen is één van mijn favoriete manieren om me te verbinden met mijn lijf en met de wereld rondom dat lijf. Wandelen in de natuur is een dubbele plus: de natuur maakt ons immers creatiever.

Wanneer ik live met cursisten aan de slag ga over creativiteit, zoals bijvoorbeeld in het Huis van de Dichter in Watou, zijn de wandeloefeningen echte kantelpunten. Wandelen en aandachtig zijn voor de wereld om je heen kan je zoveel nieuwe invalshoeken geven, voor welk schrijfproject dan ook.

Zelf wandel ik bijna dagelijks enkele kilometers: voor ik aan de dag begin, breng ik mijn twee jongste kinderen te voet naar school en trek ik nadien de velden in. Ik kan de creatieve invallen en prettig gestoorde ideeën die het me opleverde al lang niet meer op twee handen tellen.

Deze tip kost je niets om uit te testen. Een beetje tijd, dat is alles. Dus als het enigszins fysiek mogelijk is: hop hop, schoenen aan en gaan!

(En vergeet na je tochtje niet om ook tips drie en vier te lezen. 😉 )

Tip drie: mediteer

Mindful aanwezig zijn bij wat er ook is, steeds terugkeren naar je lichaam, ook al nemen je gedachten je even mee: dat is wat je in meditatie leert.

Er zijn heel wat soorten meditatie, en het is niet altijd makkelijk om door de bomen het bos te zien. Een fijne start is een app als Headspace of Calm. Maar het kan nog eenvoudiger.

Ken je Edel Maex, de psychiater en zenboeddhist die mindfulness in Vlaanderen op de kaart heeft gezet? Hij heeft op zijn website een heleboel gratis begeleide meditaties geplaatst. Ideaal voor wie nog wat onwennig is bij het idee om ‘gewoon’ op een matje of stoel te gaan zitten en de ogen te sluiten, zonder instructies.

En voor wie net als ik ook het hoofd af en toe wil trakteren: ook meditatie wordt de laatste jaren wetenschappelijk onderzocht. Neuroloog Steven Laureys schreef er een toegankelijk boek over.

Tip vier: schrijf met de hand

Natuurlijk kan deze hier niet ontbreken. Schrijven. Met de hand, met een fijne pen en op papier. Het is goed voor je brein, claimen psychologen. En het is gewoon fijn.

Waarover je zoal kan schrijven met de hand? Over alles, eigenlijk:

  • Je kan een eerste versie van je tekst schrijven met de hand – en je laten meevoeren naar de associaties en beelden die spontaan komen.
  • Je kan brainstormen op papier, over welk onderwerp dan ook, met een mindmap of met volzinnen. Dit doe ik zelf soms in een vroege fase van een gedicht.
  • Of je kan schrijven zonder rechtstreeks doel, behalve dan luisteren naar wat er binnenin je gaande is. Dat laatste is een krachtige manier om dichter bij je gevoelens te komen en, en passant, te ontdekken waar je nu echt van droomt, wat je tegenhoudt of welke ene stap je te zetten hebt, nu, op dit moment.

Een opdracht die ik vaak geef aan mijn cursisten en coachees wanneer hun innerlijke criticus wat overactief dreigt te worden, is om op papier de dialoog aan te gaan met die innerlijke criticus. Om hem te vragen waar hij hun voor wil beschermen. Het is ontzettend verhelderend om op papier te zien verschijnen waar je nu eigenlijk écht bang voor bent. Inzicht in wat je innerlijke criticus je wil vertellen, helpt om hem te waarderen voor wat hij probeert te doen. En dat helpt dan weer om hem stiller te laten worden zodat jij weer de creatieve stappen kan zetten die je wil zetten.

En voor wie echt gemotiveerd is om blijvend creatiever te worden, zijn de ochtendpagina’s van Julia Cameron een aanrader: maak er een gewoonte van om je dag schrijvend te starten. Volg je gedachten drie handgeschreven A4’tjes lang. Elke ochtend, nog voor je je e-mail, sociale media of het nieuws raadpleegt. Ontdek al schrijvende waar je gedachten je brengen.

Ochtendpagina’s hebben (meestal) geen rechtstreeks verband met jouw andere schrijfwerk, maar ze kunnen door hun helende effect jouw schrijfproject een boost van jewelste geven.

En daar doe je het voor, toch?